top of page

Snapchat in Woudenberg

Maurits Immink.

Op een zaterdagnacht fietste ik van een plaatselijke kroeg naar mijn huis. Met een tiental Chardonnay’tjes in mijn bloed fietste ik langs een andere kroeg waar een tiental jongeren op een terrasje zaten. Ik had al een paar keer meegemaakt dat ik in de avond en in de nacht door deze lui werd nageroepen, vanwege mijn lengte. Zij vonden het blijkbaar aanstootgevend dat ik mezelf als kleine man liet zien in het dorpse openbare nachtleven. Meestal fiets ik door en negeer ze of kijk ik boos terug en maak ik een wuivend gebaar, soms met middelvinger. Maar nu kon ik het niet laten. Door een hoog alcoholpromillage in mijn bloed werd ik wat overmoedig en besloot ik te stoppen om even met deze jongelui te praten, hen al dan niet te confronteren met hun opmerkingen.


Ze hadden blijkbaar niet verwacht dat ik stopte en naar ze toe liep. Het mooie was ook dat ik een paar gezichten zag vertrekken. Blijkbaar ontstond er een kortsluiting in hun brein als of ze voor het eerst een reactie zagen op hun actie. Ik moet eerlijk bekennen dat ik van het gesprek niet veel herinner. Ik vermoed dat in het gesprek de

standaard cliché dingen werden besproken, waarschijnlijk had ik dingen moeten zeggen als “nee, ik ben geen Roel van Velzen”, “ja, ik ken Game of Thrones en heb gekeken tot het moment dat Jon Snow weer tot leven kwam” en “nee, ik heb nog nooit Jackass gezien”. Waarom willen altijd witte jongemannen dit weten?


Maar goed, op een gegeven moment zei een trotse haan van het groepje: “hey, ik heb je laatst gezien op Snapchat”. Ik had geen idee waar hij het over had. Hij ging even verifiëren met een maat van hem. “Ja, ik zag je op Snapchat van die ene homo. Hoe heet die ook al weer?”. Nu wist ik meteen wie hij bedoelde. Hij bedoelde een

jongen uit het dorp die uit huis is gezet wegens zijn homoseksualiteit. Ik durfde niet te zeggen dat ik ook homo ben, maar ik wilde zeggen dat hij moest dimmen en normaal doen. Waarom durfde ik dat niet? Normaal gesproken zou ik er wat van zeggen als iemand homofobe en ‘gehandicapt’ofobe’ opmerkingen maakt. Als ik zou zeggen dat ik ook homo was, dan zouden zij doen alsof zij “er niks op tegen hebben” (als iemand deze woorden over de lippen krijgt betekent dat dat de spreker een grote leugenaar is) of ze zouden overgaan tot ergere acties…


Volgens deze jongeren is het niet normaal om als gehandicapte ’s nachts rond te fietsen, volgens deze jongeren is het niet normaal om niet-hetero te zijn, volgens deze jongeren is het niet normaal om een gesprek te voeren, tenzij het gaat over bier, tieten en Snapchat. Dan blijkt dus dat het straatbeeld van Woudenberg eentonig

en mannelijk dominant is. En het blijkt dat sommige plekken best gevaarlijk zijn voor mensen die anders zijn. Ook al heb ik mogen ervaren dat een aantal Woudenbergers open-minded zijn en respect hebben voor LHBTI ’ers, toch is het niet voor niets dat er om 3 uur ’s nachts veel profielen op Grindr online zijn zonder een facepic. Het is

volgens velen in dit dorp dus niet de bedoeling dat je niet-hetero of non-binair bent. Het is een taboe en ik voel ook een soort van diepgewortelde afkeer. Die afkeer resulteert in naroepen, roddel en (verbaal) geweld.


Machtige instanties in het dorp hebben de verantwoordelijkheid om zich uit te spreken tegen het roddelen, schelden en geweld tegen mensen die divers zijn. De kerken in het dorp zijn deze instanties. Zolang deze kerken dit gedrag negeren en het niet duidelijk afkeuren, praten zij dit specifieke haantjesgedrag indirect goed (dan

moet je ook niet zo gekleed lopen, dan moet je ook niet zo over straat gaan, dan moet je ook mannelijk gedragen).


De theologische discussie is enigszins verhard, maar misschien is dit geen theologische kwestie, maar is het meer de diaconale verantwoordelijkheid om op te komen voor de medemens. Ouderlingen en predikanten uit Woudenberg, hoor ons hulpgeroep!

 

"Mijn naam is Maurits Immink. Ik ben opgegroeid in Driebergen, maar ik woon sinds kort in Woudenberg. Naast mijn studie Sociaal Juridische Dienstverlening, speel ik bijna iedere zondag piano in een Utrechtse kerk. In mijn familie ben ik de enige LHBTI' er, of in ieder geval de eerste die er open voor is. Ik kwam op mijn 24ste uit de kast als gay. Al die tijd daarvoor heb ik mijn gevoelens voor mannen en mijn homoseksueel gedrag verzwegen, omdat ik bang was voor negatieve reacties. Die angst had ik ook omdat mijn vader dominee is. Inmiddels probeer ik steeds meer een balans te vinden tussen mijn seksuele identiteit en mijn identiteit als christen."


Recente blogposts

Alles weergeven
Vind je een reactie ongepast?
Meld het!
Vind je een reactie ongepast?
 
Meld het!
samen zijn wijdekerk
bottom of page