Remy Jacobs.
Zalig de armen van geest want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
8. Wij zijn vervolgden omwille van de gerechtigheid
Wij blijven kloppen aan deuren,
Wij blijven vragen, smeken, aandringen.
Onze woorden en onze levens
zullen gezien, gehoord, erkend en bemind worden.
Geen raaf of kraai of slang zal meer bedreigen of verleiden,
Ja te zeggen op wat niet je leven is zoals het is bedoeld.
Geen mens zal je meer schaden
om wie je bent, om je kleur, je gemoed, je geaardheid
je geloof of wat je doet als werkelijk goed, aan wie het wil.
Geborgen en omgeven door goede machten
zullen wij, anderen voor anderen, niemand voor zichzelf alleen
het koninkrijk beërven: de straat in waarvan nog niemand weerkeerde.
Alleen de Ene die geroepen heeft
de Stem die in ons, jij en jij en jij
zelfs in de ander die niet een ander was
maar jijzelf, een mensenkind, een naam
on-uitgewist, gekend, bemind,
dochters, zonen, menselijk gekomen, weergekeerd.
© LABYRINTHLYRICS Remy Jacobs, 2020
© met delen uit Die Winterreise van Schubert op gedichten
van Wilhelm Müller (1794-1827)
Comments