top of page

Ongelooflijk, onvoorstelbaar!

Ds. Jolande van Baardewijk.

Gisteren zag ik de film 'Risen' op Netflix. 'Risen' gaat over de opstanding van Jezus, zoals de titel al doet vermoeden. Het ongelooflijke van dit verhaal, het onvoorstelbare dat alle cynisme tart, is het thema.

We kijken door de ogen van een door de wol geverfde Romeinse tribuun, de rechterhand van gouverneur Pontius Pilatus, naar de gebeurtenissen in het weekend van Pascha in het jaar 33. Althans, het jaar 33 wordt in de film als startpunt genomen. Historisch correcter is het vermoeden, dat de gebeurtenissen rond de arrestatie, veroordeling, kruisiging en het verhaal van Jezus' opstanding net vóór het jaar 30 plaatsvonden. De jaartelling klopt dus niet helemaal. Maar dit terzijde.

Deze tribuun heeft juist een veldslag achter de rug, een opstand van Joodse relschoppers bloedig moeten neerslaan. Hun leider heeft hij eigenhandig de doodssteek toe moeten brengen. Nog stoffig, bebloed en vies, verlangend naar een bad, krijgt hij van Pontius Pilatus de opdracht de kruisiging en de stort van de lijken van die bewuste vrijdag voor Pesach af te handelen. De tribuun neemt op de kruisigingsplaats, een heuvel, de beslissing om níet Jezus' benen te breken. Door het breken van de benen van een stervende zou het stervensproces versneld worden; de zon zou bijna ondergaan en de dag om zijn. Bij Jezus hoefden geen benen gebroken te worden, ziet de tribuun. Want Jezus is al gestorven. Wel steekt hij zijn pilum in Jezus' zij. Daaruit pulst een guts bloed, vermengd met water. Deze man is echt, helemaal dood.

Net voor de legionairs met hem de lijken in de afgrond naast de kruisigingsheuvel willen storten, komt Jozef van Arimathea met Nicodemus, een kar duwend naar de tribuun toe; ze vragen hem, of ze Jezus' lichaam mogen begraven. Dat mag. Zo wordt Jezus een massagraf bespaard.

Gaandeweg raakt de tribuun betrokken bij de gebeurtenissen. Hij moet het graf 'verzegelen' op aanvraag van Kajafas, de voorzitter van het Sanhedrin, de Joodse raad. Dit om verdere onrust en kletsverhalen over een opstanding te voorkomen. Helaas vergeet de tribuun de wachters van proviand te voorzien en drinken deze zich een stuk in hun kraag. Op een nuchtere maag gaat dat snel.

De zondagochtend daarop volgend blijkt het graf leeg, Jezus' lijk is verdwenen! De tribuun moet in opdracht van Pilatus op zoek naar diens lijk en de wachters verhoren. Dan traceert hij de discipelen van Jezus en in gesprek met hen en Maria Magdalena zien we zijn fascinatie en ongelovige verbazing langzamerhand groeien tot een obsessie om de waarheid te achterhalen: wat is hier nu echt gebeurd?

Dan, als hij al spoorzoekend alle elf overgebleven discipelen samen aantreft, ziet de tribuun ineens, dat er een twaalfde man in hun midden is. En het gezicht van de gestorven Jezus, de ogen nog open, dringt zich als in een nachtmerrie opeens op aan hem: deze twaalfde is de levende Jezus! De man in wiens dode ogen de tribuun gekeken heeft, zit hier levend en wel tussen zijn vrienden! Maar na een gesprek is hij ook zomaar verdwenen. Ze zoeken hem nog, maar hij is onverbiddelijk verdwenen.

De tribuun sluit zich aan bij de elf discipelen, die naar Galilea gaan. Hij gaat met hen mee op het meer om te vissen, redt onderweg hun levens van een achtervolgende Romeinse legereenheid, die uit is op de arrestatie of moord op de discipelen en komt weer oog in oog met de levende Jezus te staan. Aan het meer eten ze met elkaar, vis en brood. Ook de levende Jezus eet.

De fascinatie voor het onvoorstelbare, ongelooflijke fascineert mij op mijn beurt weer. Hoewel dit verhaal te ongelooflijk voor woorden is, al helemaal van papier maar zelfs van een 3D belevenis als een film niet te vatten is, is het een verhaal dat al tweeduizend jaar mensenlevens beïnvloed, wat zeg ik, op zijn kop gezet heeft. Niet alleen de tribuun, ook ik ben gefascineerd en door dit verhaal meegesleept. De cruciale (tekenend! 'kruis') vraag is: geloof je het of geloof je het niet? Aan die vraag kun je niet makkelijk onttrekken.

Ieder heeft zijn eigen levensverhaal. Soms is je eigen verhaal al te ongelooflijk voor woorden. Als ik naar mijn levensverhaal kijk, weet ik zeker, dat als iemand het me op jonge, zeg zestienjarige, leeftijd had verteld, ik het niet geloofd had.

Ik heb een gang door het leven gemaakt, die lijkt op een kanotocht op een wildwaterrivier. Niet altijd, wat zeg ik, meer niet dan wel, was mijn kano toegerust op de wilde stroom, waarin ik werd mee gevoerd. Ik had gelukkig soms mijn peddel op tijd bij de hand, of zag soms om de hoek een graspol om me aan vast te grijpen, dan weer om de bocht een helpende hand uitgestoken. Zo heb ik mijn tocht weten af te leggen. Onderweg verloor ik veel maar won nog meer. Misschien is veel kwijt raken vaker winst dan verlies. Travel light, heb ik ondervonden. Dan kom je ergens.

Eén van de voorbeelden van een ongelooflijke, onvoorstelbare wending in mijn leven was, toen ik als veertiger, er achter kwam, dat ik verliefd was op een vrouw. Dat was een 180 graden omkeer voor mijn heteroseksuele voorstellings-, denk- en geloofswereld. Ik had altijd 'heilig geloofd' in het gezin, in de relatie van man en vrouw, in die enig mogelijke bedding voor het opgroeien van kinderen, in het kerngezin binnen de grote familie. Tot dat moment had ik zelf ook zo geleefd. Mijn hele levenshuis was daarop gebouwd.

Toen ik halverwege de veertig was, bleek ik te zijn gescheiden, uit de kast gekomen en bleek een relatie met een vrouw vele malen reëler en mij warm bij het leven te betrekken, dan mijn leven voor mijn veertigste. Elke afstand of reserve naar 'leven' was in me verdwenen, opgelost. Ik ervoer het als een genezing. Mijn grootste vraag was, of ik dit zoveel meer leven ervaren, wel kon verenigen met een leven met God, met kunnen bidden en tot me nemen van Gods openbaring in de Bijbel.

Die vraag heb ik omgezet in een weg; deze weg ben ik ingeslagen en bleek een grote kracht in mijn leven! Ik kon én lesbisch én gelovig zijn, het bleek heel natuurlijk voor mij te passen! Deze weg met God inslaan is mijn redding geweest, levensreddend in therapeutische, psychologische en geestelijke zin, zo holistisch als ik me maar kon wensen.

Een totale omkeer die voor mijn veertigste onvoorstelbaar en te ongelooflijk voor woorden of zelfs voor een film was geweest, maar die een werkelijkheid voor mij werd, waarin ik kon leven, geloven en werken. Zelfs mijn kinderen konden met mij verbonden blijven en ik met hen, doorgroeien naar nieuwe banden en wegen.

Met deze omkeer in mijn leven vergelijk ik mijn geloof in dit onuitsprekelijke wonder van een lijk, dat na hemeltergend lijden tot een nieuw leven gewekt wordt en al duizenden jaren als DE LEVENDE tot mij en vele anderen spreekt.

Ergens onderweg gaat door de stap te wagen in dit wonder, in deze onvoorstelbare inbreuk in onze werkelijkheid, de knop om: ja, ik geloof maar vraag me niet hoe dit kan!

 

Jolande van Baardewijk, drs. praktische theologie, docent, predikant en programmamaker. Deze blog is met toestemming overgenomen van haar eigen blog Op weg, loslopen bij vastlopen. Neem ook daar eens een kijkje.

Recente blogposts

Alles weergeven
Vind je een reactie ongepast?
Meld het!
Vind je een reactie ongepast?
 
Meld het!
samen zijn wijdekerk
bottom of page