top of page

Geen plaats in de herberg

Raymond Hintjes.

"Ze wikkelde haar zoon in doeken en legde hem in een kribbe omdat er geen plaats voor hen was in de herberg” – zo vertelt het verhaal ons.

Hoogzwanger, op het punt om te baren, maar nergens plek. Een herberg heeft weliswaar als functie mensen die onderweg zijn een dak boven hun hoofd aan te bieden voor de nacht, maar voor Maria en Jozef was er geen plek meer. Vol is immers vol, en dan doet het er niet toe dat je verloofde hoogzwanger is.

Uiteindelijk vinden Jozef en Maria een plek om het kind van Bethlehem ter wereld te brengen en leggen het in een voerbak zodat het nog enigszins warmte heeft van het stro en de dieren die er waren.

Christenen vertellen elkaar al eeuwen lang dit verhaal, dat uitbundig elk jaar gevierd wordt met kerst. Maar een lange tijd niet door mij.

Jehovah’s getuigen

Op oude foto's, ik zal een jaar of twee geweest zijn, is te zien dat we als gezin kerst vieren. Het moet één van de laatste keren geweest zijn. Kort daarna ontmoette mijn vader een collega die een Jehovah's getuige is. Al snel volgde hier een nauw contact uit, en mijn ouders bekeerden zich tot de Getuigen van Jehovah. Vanaf dat moment vierden wij geen feestdagen meer. Geen Sinterklaas, geen Kerst, geen Pasen en geen verjaardagen meer. Toch kan ik niet zeggen dat ik een nare jeugd gehad heb. Wij vormden een hecht gezin, waarin we veel tijd samen doorbrachten en mijn ouders zorgden goed voor mijn zusje en mij.

Binnen de gemeente van Jehovah's Getuigen wordt er veel aandacht besteed aan het trainen van mensen om evangelisatiewerk te verrichten. En zo gebeurde het dat ik vanaf het moment dat ik kon lezen, elke zes weken een korte Bijbelpresentatie gaf aan de rest van de gemeente. Ook werd ik door mijn ouders meegenomen in het evangelisatiewerk. In de periode voorafgaande aan kerst verscheen er elk jaar een artikel in één van de tijdschriften (De Wachttoren of Ontwaakt!) waarin werd uitgelegd dat kerst een heidense oorsprong had en dat ware christenen een dergelijk feest niet vieren. Deze tijdschriften boden wij de mensen die wij ontmoeten tijdens ons evangelisatiewerk aan.

Op mijn 14de koos ik ervoor om mezelf actief te verbinden aan de Jehovah's getuigen door me te laten dopen. Vanaf dat moment was ik zelf verantwoordelijk om me aan 'Bijbelse' regels te houden. Je niet houden aan deze regels kon ernstige gevolgen hebben. Zo kon je uit de gemeenschap gesloten worden als je je niet aan deze regels hield met als gevolg dat alle sociale contacten met je werden afgebroken. Zelfs familieleden gaan dan niet meer met je om.

Homoseksuele gevoelens

Vanaf diezelfde leeftijd begon ik me te realiseren dat ik meisjes helemaal niet zo interessant vond, en dat mij leuke jongens veel meer opvielen. Uiteraard durfde ik dit tegen niemand te vertellen, voor homoseksuele gevoelens en een afwijkend gedrag was immers geen plaats. Ik deed al het mogelijke om het te verbergen. Ik koos ervoor om die gevoelens te negeren door actiever te worden binnen de gemeenschap. Ik maakte een ontwikkeling door waarin ik meer verantwoordelijkheden kreeg in de gemeente. Ik hield preken, bezocht een cursus in Zweden, ik werd gevraagd om een buurgemeente te ondersteunen. Al deze activiteiten zorgden ervoor dat ik lange tijd voldoende afleiding had om niet te veel stil te staan bij mijn werkelijke gevoelens.

Geen veilige plaats

In 2005 veranderde echter alles. Tot dan toe heb ik de Getuigen van Jehova ervaren als een veilige haven. Maar was er ook plek in de herberg voor een broeder met homoseksuele gevoelens? In het jaar 2005 ontstond een situatie waarin ik geen andere keuze meer had dan eerlijk uitkomen voor mijn homoseksualiteit tegenover de ouderlingen van de gemeente waar ik toen lid van was. Ik was zelf een ouderling in die gemeente en ik wist dat mijn coming out gevolgen zou hebben. Ik werd ontheven als ouderling en raakte al mijn taken in de gemeente kwijt. Bovendien werd mij geadviseerd om maar uit de buurt te blijven van jonge tieners, want misschien zou ik als ik homo was ook wel eens pedofiele gevoelens kunnen hebben.

Beschuldigd

In de herberg die ik toen zocht, bleek niet veel plaats te zijn. Er ontbrak een eenzame periode aan, waarin ik weinig tot geen steun heb ervaren van familie en vrienden. Mijn huisgenoot trok nog die zelfde avond uit het appartement. Na een aantal maanden had ik een nieuw gesprek met een ouderling. Dit gesprek ging niet over mijn homoseksualiteit maar over geld. Toen ik nog als ouderling actief was, was ik verantwoordelijk voor de inzameling van bepaalde giften. Een deel van deze giften had ik echter nog niet afgedragen. Dat bleek ook achteraf te kloppen, maar dat was ik door mijn verdriet en door de verhuizing vergeten. Op dat moment werd ik er echter van beschuldigd het geld gestolen te hebben. Dit gesprek zou uiteindelijk mijn definitieve breuk met de getuigen betekenen. Had ik niet al die jaren parttime gewerkt, had ik mijn studie niet afgebroken en genoegen genomen met eenvoudiger werk. Was dat niet bewijs genoeg dat ik niet zoveel om geld gaf? Ik heb dit gesprek toen ook afgekapt en ben weggelopen, aangezien ik niet verder met deze broeder in gesprek wilde.

Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat er binnen de Jehovah's getuigen geen plaats in de herberg is voor mensen als ik. Nadat ik voor mijzelf ervan overtuigd was geraakt dat ik prima met mijn homoseksualiteit kon leven en zelfs een relatie kon aangaan als ik dat wilde, heb ik mijn ouders een brief geschreven waarin ik uitlegde dat ik homo ben en dat ik vanaf dat moment de bijeenkomsten niet meer zou bezoeken. Via internet had ik inmiddels een aantal nieuwe vrienden gemaakt en bovendien bleek een collega en ex-Jehova's Getuige een grote steun voor mij te zijn. Na een aantal maanden ben ik een leuke jongen tegen gekomen waar ik bevriend mee raakte, na twee maanden gaven we tegenover elkaar toe dat we gevoelens voor elkaar hadden. Geen plaats in de herberg van de getuigen, maar wel warmte van het stro en de dieren die geen deel uitmaakten van de Jehovah's Getuigen. In 2006 jaar vierde ik voor het eerst sinds 26 jaar weer kerst. Samen met mijn vriend en zijn familie. Eindelijk werd ik geaccepteerd voor wie ik was en was er plaats voor mij!

Zoektocht

In januari 2007 werd mij definitief duidelijk gemaakt dat er voor mij geen plaats zou zijn in de herberg. Ik werd officieel uitgesloten (geëxcommuniceerd). Geen persoonlijk bericht, geen brief, maar een bericht ingesproken op de voicemail: “Hierbij deel ik u mee dat u, Raymond Hintjes, geen getuige van Jehovah meer bent.”

Nu zijn we inmiddels 10 jaar verder. En elk jaar vier ik kerst. God toont zich in het gelaat van het kind voor wie samen met zijn ouders geen plaats in de herberg was. Ik vind het moeilijk om in God te geloven, soms laat ik me ronduit atheïstisch uit, maar op een ander moment dan moet ik erkennen dat een diepgelovig mens ben. Geloof en religie laten me niet los. Ik heb een studie HBO theologie gedaan en ik studeer nu religiewetenschappen aan de universiteit. Daarnaast werk ik als docent levensbeschouwing op een middelbare school. Je zou kunnen zeggen dat het zoeken naar een plaats in de herberg een belangrijk thema in mijn leven is. Het is niet alleen een zoektocht voor mezelf geworden, maar ook een zoektocht voor anderen: in hoeverre zijn er plaatsen in de herberg te vinden en in hoeverre heb ik een plaats in de herberg voor anderen?

 

Raymond Hintjes (Brunssum, 1977) is opgevoed als Jehovah's getuige en is zeer actief geweest binnen deze gemeenschap. In 2006 heeft hij met de Jehovah's getuigen gebroken, hij is uit de kast gekomen en heeft een relatie met een man. Raymond heeft een studie HBO theologie gedaan en werkt als docent godsdienst-levensbeschouwing in het voortgezet onderwijs. Naast zijn baan studeert hij Religiewetenschappen aan de Radbouduniversiteit.

Recente blogposts

Alles weergeven
Vind je een reactie ongepast?
Meld het!
Vind je een reactie ongepast?
 
Meld het!
samen zijn wijdekerk
bottom of page