Arjanne Burger in gesprek met Walter Dijkshoorn.
Speciaal voor Wijdekerk maakte Walter Dijkshoorn twee cartoons die gebruikt zullen worden om de boodschap van Wijdekerk uit te dragen. Naar aanleiding hiervan sprak ik hem – vanwege de coronacrisis via een videoverbinding – over wat hem beweegt cartoons te maken en wat het geloof voor hem betekent.
Walter tekende vijf jaar lang wekelijks cartoons over allerhande christelijke thema’s voor het Christelijk Informatie Platform (CIP). Daarnaast maakt hij ook elke week een cartoon voor zijn Facebookpagina (/WalterMaaktCartoons). Walter werkt als jurist in Den Haag en woont in hartje Rotterdam met zijn vrouw, Sara, en zijn zoon, Dag.
Walter, je maakt cartoons over christelijke leringen en gebruiken. Wil je eens vertellen hoe het komt dat je dit bent gaan doen?
Ergens in mijn twintiger jaren ben ik het plezier in tekenen verloren. Ik heb te lang tekenopdrachten tegen mijn zin in gedaan en tekende eigenlijk alleen nog om facturen te kunnen versturen. Toen heb ik besloten niet meer in opdracht te werken. Langzaam maar zeker kwam het plezier in tekenen terug. Tegen mijn dertigste kwam ineens het idee op om cartoons over het geloof te maken. Vreemd genoeg had ik niet eerder bedacht dat te doen. Ik stuurde CIP wat ideeën op en de redactie reageerde heel enthousiast dat ze net op zoek waren naar een cartoonist. Dat kwam precies goed uit. Juist omdat ik door CIP vrij ben gelaten om te tekenen wat ik wilde heb ik steeds plezier gehouden in het maken van cartoons.
Je cartoons raken gevoelige onderwerpen en christelijke gewoonten. Er zijn mensen die je werk kunnen waarderen, maar er zijn ook mensen die wat je doet niet begrijpen of zelfs heel boos op je worden. Wat is de boodschap die je wil meegeven?
Het enige wat ik wil is christenen aan het denken zetten. Veel christenen geloven wat ze geloven omdat ze dat nu eenmaal zo hebben aangeleerd gekregen. Ik vind het belangrijk dat mensen zélf nadenken. Ze hoeven het niet met me eens te zijn – liever niet, ik verander zelf namelijk nogal eens van standpunt – maar ik wil wel dat ze zelf tot hun mening zijn gekomen.
Je kan geloven dat wat in Genesis beschreven staat letterlijk zo is gebeurd, maar heb je kennis genomen van de argumenten die daar tégen pleiten? Je kan geloven dat Jezus spoedig terugkomt, maar heb je al eens tot je laten doordringen dat Hij al tweeduizend jaar ‘spoedig’ terugkomt? Je kan geloven dat uitdrukking geven aan homoseksuele gevoelens niet de bedoeling is, maar waar is die overtuiging op gebaseerd? Heb je kennisgenomen van andere uitleggingen van de Bijbelteksten waarop die overtuiging stoelt?
Ik heb gemerkt dat sommige mensen het eng vinden te onderzoeken wat ze geloven. Ze zijn bang dat als eenmaal een dominosteentje om gaat er ook andere dominosteentjes om gaan en er niets van hun geloof over blijft. Ik ken die angst niet, ik begrijp niet wat er eng is aan de waarheid.
In de film The Matrix wordt de hoofdpersoon twee pillen aangeboden: als je de ene pil slikt leef je de rest van je leven in een droomwereld, neem je de andere pil dan ontwaak je in de realiteit. De hoofdpersoon kiest voor die laatste pil – hoe pijnlijk de realiteit ook kan zijn, ik zou diezelfde keuze maken. Doe mij maar de waarheid. Dan kan ik daarop mijn handelen afstemmen. In The Matrix kiest een ander personage er bewust voor in een droomwereld te blijven leven. Dat is iets wat ik niet kan begrijpen. Maar in de kerk – en ook daarbuiten, hoor – zijn veel mensen die graag die keuze maken.
Wat is jouw Godsbeeld?
Wat een lastige vraag. Mag ik een joker inzetten? De afgelopen jaren ben ik er vooral achter gekomen wat God volgens mij níet is.
Ik geloof niet in een god die zijn zoon moet vermoorden om te kunnen vergeven. Of in een god die een stukje land aan mensen – een uitverkoren volk – belooft en die mensen aanspoort andere mensen uit te moorden. Of in een god die mensen eindeloos – eindeloos! – laat lijden voor wat ze in zeventig, tachtig jaar hebben uitgespookt. Ik had niet gedacht dat ik op dit punt zou belanden, maar ik weet niet zo goed waar ik nu sta, wat ik moet geloven. Maar dat brengt geen onrust met zich. Als God mij zo heeft gemaakt, een kritische geest met vragen en twijfels, dan ga ik er maar van uit dat Hij me niks kwalijk neemt. Kendall Payne, mijn favoriete singer-songwriter, zingt in haar liedje "Lines": ‘I don't think he's threatened when we ask questions when we have doubts and disbelief / I don't think he's angry when we are human that's what he made us to be.’ Ik heb zelf eens een cartoon gemaakt van een man die verzucht dat hij niet weet wat hij moet geloven en gerustgesteld wordt door Jezus.Wat voor mij steeds concreter wordt, is het onderwijs van Jezus over er bewust voor kiezen de minste te zijn en er zijn voor wie het nodig heeft. Geloven is voor mij heel praktisch geworden en niet zo theologisch omlijnd.
Wat is jouw idee bij de cartoons die je specifiek voor Wijdekerk hebt ontworpen? Wat wil je daarover vertellen?
Ik vind Wijdekerk een heel mooie organisatie. Wijdekerk staat voor inclusiviteit en is vrij van oordeel. Ik geloof dat dit aansluit bij wat Jezus deed toen Hij op aarde rondliep: juist de mensen opzoeken die door de samenleving worden uitgekotst. Dit is wat ik met de ene cartoon heb willen verbeelden: God die meeleeft met de underdog. Volgens Hebreeën weet Jezus hoe je je voelt en leeft Hij met je mee. De andere cartoon verbeeldt de vraag of er in de kerk ruimte is voor wie anders is. In de kerk zijn mensen die menen dat homoseksualiteit een gruwel in Gods ogen is en dat uitdragen. Daarmee gaan ze voorbij aan wat Bijbelgetrouwe christenen met homoseksuele gevoelens doormaken. Het is voor hen al een enorme worsteling. Dan ook nog afgewezen worden door broers en zussen is verschrikkelijk. Voor mij was het boek Torn (Verscheurd) van Justin Lee wat dat betreft echt een eyeopener.
Walter, wat zou jij doen als je voor een dag God mocht zijn?
Ik denk dat alles wat ik zou willen doen – ik denk toch meteen aan wereldvrede en het oplossen van hongersnoden – vast loopt op de vrije wil die mensen gegeven is. Ik zou mezelf natuurlijk iets fatsoenlijker kunnen openbaren, door bijvoorbeeld op een wolk naar beneden te komen en te zeggen: ‘Ik ben het, God, wees lief voor elkaar!’ Maar zelfs al zouden mensen oog in oog met God staan, dan nog zouden ze niet in Hem geloven. Misschien dat ik maar het beste kan genieten die ene dag en net als Bruce Almighty wat over het water moet gaan wandelen.
Ik ben dan wat afgedwaald van het hardcore christen-zijn, naastenliefde is voor mij belangrijker dan ooit. En ik denk dat ik God daar ook meer eer mee bewijs dan dat ik theologisch alles heb uitgedacht. In die zin geloof ik ook dat God – denk aan de barmhartige Samaritaan – blijer is met een liefdevolle atheïst dan met een knorrige christen.
댓글