Maurits Immink.
Ik wil schreeuwen, vloeken, tieren en razen. Maar dat kan ik beter niet doen. De afgelopen weken heb ik daartoe genoeg aanleiding gehad en mogelijkheden gekregen om dat wel te doen. Maar ik doe het niet.
Wat waren de oorzaken voor mijn frustraties?
Ik krijg het amper uit mijn strot, maar toch benoem ik ze. Het Reformatorisch Dagblad, de SGP, Arie Slob, de reformatorische scholen, de boze witte (hetero)mannen. Ik wil tegen ze schreeuwen en hun grondrechten op godsdienstvrijheid en onderwijsvrijheid inperken, omdat ze die structureel misbruiken om hun eigen persoonlijke homofobe doeleinden te verwezenlijken.
Maar dat kan ik beter niet doen. Ik denk dat ik wat moet lezen.
Misschien helpt het als ik een stukje lees uit de Bijbel. Laat ik maar even de NBV-versie uit de kast pakken. Ik lees:
Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor één van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”
Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?” En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor één van deze onaanzienlijken niet niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.” Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’
Ik zou niet willen oordelen over homofoben die godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting grondig en structureel misbruiken. Nee, ik wil het niet. De verdoemde bokken dachten bij de herder te horen, zij dachten dat ze deden wat juist was, maar ze keken niet om een ander.
Als ik kijk naar de dingen die de zogenaamde ‘christenen’ niet hadden gedaan: zij hadden de hongerige personen geen eten gegeven, de dorstige mensen geen water gegeven, de vreemdelingen niet opgenomen, de naakten niet gekleed, de zieken en de gevangenen niet bezocht. Ik denk dat wij in de geest van deze woorden moeten blijven leven. Samengevat zegt Jezus: kijk en luister naar de hulpgeroep van anderen en handel daar naar. De invulling wie de bokkige dieren zijn laat ik maar over aan de lezer, maar het is duidelijk dat die bokken zelf bepaalden wie ze wel of niet hielpen. Laten we deze dieren voor wat ze zijn, laten we geen tijd verspillen aan deze aandachttrekkers.
Er komt een verjaardagsfeest van een Mens aan, een Persoon die als geen ander begrijpt hoe het is om afgewezen te worden en die het gelukt is om Farizeeërs en Schriftgeleerden een halt toe te roepen, zodat wij in vrede kunnen leven en van betekenis kunnen zijn voor een ander zonder onze eigen ‘gelijk’ te halen.
Comentarios