Marieus Mulder.
Begrijpen doe ik het niet: ik ben al sinds mijn 17 de ‘uit de kast’ en heb voor mezelf geen enkel probleem met m’n seksualiteit én heb dat ook een plek kunnen geven binnen mijn geloofs-identiteit. Homoseksualiteit en geloof is voor mij geen issue. En toch. Telkens weer wordt ik geraakt door het fanatieke geluid van orthodox-christelijke mensen die niets moeten hebben van homoseksualiteit. De laatste dagen ligt de christelijke gereformeerde kerk van Zwolle in die kringen onder vuur omdat zij homo’s en lesbo’s die samenleven in een relatie van ‘liefde en trouw’ niet weigeren aan het Avondmaal. Zoals het in orthodoxe kring vaak over de ‘homolobby’ gaat, zo kun je ook stellen dat de antihomolobby vind dat Zwolle een veel te brede weg bewandelt want praktiserende homo’s en lesbo’s zijn zondig en moeten ‘vermanend’ worden toegesproken. In die vermaning weerspiegelt zich immers de ‘wil van God’.
Intolerante christenen
Als ik hierover de nieuwsberichten en vooral de commentaren daarbij op social media lees kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat christenen elkaar het licht in de ogen niet gunnen, elkaar om de oren slaan met (uit verband getrokken) Bijbelteksten en vooral overtuigd zijn van het eigen gelijk omdat dit schijnbaar gelijk staat aan het Woord van God. Het is afschuwelijk hoe weinig empathisch en tolerant christenen onder elkaar zijn. Christenen zijn niet in staat om elkaar te vinden in Christus en eenheid te bewaren. Het wordt je ineens duidelijk waarom er zoveel verschillende denominaties zijn. Ik vraag me af: waarom hebben (orthodoxe) christenen zo’n hekel aan homoseksuelen? Wat maakt het dat zij zo ongeveer een kruistocht voeren om praktiserende homo’s en lesbo’s te weren uit het reguliere kerkelijke leven, tot verstoting aan toe?
Antihomolobby
Er wordt wel eens gezegd, en ook onderzoek schijnt dat aangetoond te hebben, dat degene die homo’s veroordeelt waarschijnlijk zelf met dergelijke gevoelens worstelt. Zou dat een verklaring zijn? Het fascinerende boek Sodoma, van onderzoeksjournalist Frédéric Martel, dat over grootschalige homoseksuele praktijken in het Vaticaan verhaalt, wordt deze onbuigzame houding als aannemelijk beschouwd. Zelfs paus Franciscus beaamt dit als hij stelt: ‘Achter rigiditeit zit altijd iets verborgen, en in veel gevallen is dat een dubbelleven’. Dus: zou het zo zijn dat velen zelf met homogevoelens worstelen en daarom zo fel anti-homo zijn?
Zelf weet ik niet of orthodoxe christenen daarom zo’n hekel hebben aan homo’s; het lijkt me namelijk stug dat al die mensen zelf homo zouden zijn. Misschien heeft het veel meer te maken met het gegeven dat homo’s (soms) uitdagend en expliciet en uitgesproken in nieuwsberichten opduiken. Homo’s zijn extravagant, weerspiegelen een hedonistische leefstijl – zie de jaarlijkse Pride in Amsterdam of, weliswaar onschuldiger, het Eurovisie Songfestival. Alles wat de samenleving bedreigt in (conservatieve) normen en waarden kan dan gemakkelijk op homo’s afgeschoven worden. Het oogt – voor hen - antichristelijk. Ligt daar een verklaring?
Het woord van God
Of is het verhaal dat orthodoxe christenen oprecht bezorgd zijn om het zielenheil van praktiserende homo’s en lesbo’s? Dat zij menen dat het Woord van God ondubbelzinnig geen enkele ruimte laat aan praktiserende homo’s? Maar hoe verhoudt zich dat tot al die andere teksten die evenmin nog in deze tijd worden nageleefd of wél in een andere, moderne context gezet mogen worden? Maar belangrijker: zijn al die zogenaamde anti-homoteksten in de Bijbel écht als zodanig te lezen en te verstaan? Er zijn zoveel verschillende opvattingen over deze teksten, dat het maar de vraag is wat er nu precies staat.
Ik vrees dat het antwoord complex is en te maken heeft met een veelvoud van factoren. Aan de ene kant zullen orthodoxe christenen in homoseksuelen een bedreiging zien van, wat zij de natuurlijke ordening noemen, waarin man en vrouw samen horen en zich dienen voort te planten. Het gaat hierbij om het uitdragen van conservatieve gezinswaarden. Men bedient zich hierbij graag van Bijbelteksten. Aan de andere kant zullen er zijn die inderdaad hun eigen homoseksualiteit bedekken door fel antihomo te zijn. En er zullen er zijn die antihomo zijn omdat zij zich als christen bedreigd voelen – door het secularisme en alles wat in een moderne samenleving daar bij hoort.
Vastklampen aan een strohalm?
Voor christenen is er in de afgelopen decennia onnoemelijk veel verandert: de machtige zuilen zijn nagenoeg afgebroken, maatschappelijk gezien heeft de kerk vele jassen aan betekenis uitgetrokken, er is nauwelijks zondagsrust meer, veel kerken lopen leeg en gemeenten en parochies worden opgeheven of er wordt al dan niet gedwongen overgegaan tot fusie. Daarbij zijn er kerken die meewaaien met moderne tijden en aansprekend willen zijn voor mensen die leven in deze tijd en zich daarom ruimhartig ontwikkelen.
Hierbij komt meer ruimte voor homo’s maar ook voor vrouwen, in bijvoorbeeld het openstellen van ambten. Misschien dat orthodoxe christen dit alles met leedwezen aanzien. Ze hebben het gevoel dat hun identiteit en daarmee hun bestaansrecht aan het verdampen is. Misschien beseffen ze zelfs dat het tij amper meer te keren is. Het kan een verklaring zijn voor verharding. Als een laatste strohalm klampen ze zich ergens aan vast en proberen dat wat rest bij het oude te houden. Ze zetten de hakken in het zand bij thema’s die overgeblevenen zijn: de positie van homo’s en die van vrouwen in hun kerken. Het is een pijnlijk proces voor hen want bewust of onbewust krijgen ze hoe langer hoe meer door dat het zand rul is en wegglipt en dat tegelijkertijd de eigen hakken sleets raken.
Troost
Misschien is alle felheid en de orthodox-christelijke antihomolobby één van de laatste stuiptrekkingen van iets wat eigenlijk niet meer vol te houden is. Deze gedachte geeft een beetje troost. Nu maar hopen dat ondertussen de homo’s en lesbo’s in die kringen de moed blijven houden om lucht en ruimte voor zichzelf te bewaren.