Noud Fortuin.
Naar aanleiding van ‘A parents guide to supporting transgender youth’ werd mij gevraagd of ik een gids wilde maken om christelijke transgenders te kunnen steunen. In de oorspronkelijke gids staan weetjes en tips over het sociale deel en het medische deel van de transitie. Dit heb ik ruim vertaald en aangevuld met christelijke vraagstukken.
Als transgender is het moeilijk om op te groeien zonder hulp en steun van je omgeving, het kan zelfs levensbedreigend zijn. Als je transgenders vergelijkt met andere jeugd krijg je hogere percentages van depressies, zelfmoord, mishandeling en dak-, en thuislozen. Je word niet transgender door invloed van je ouders of omgeving, maar ouders en omgeving kunnen een enorme rol hebben in de gezondheid en het veiligheidsgevoel van de transgender.
Wat is transgender zijn?
Een transgender is iemand die zich niet identificeert met het geslacht waarmee hij/zij is aangeschreven bij geboorte. Het lichaam past voor hun gevoel niet bij het gender waarmee zij zich identificeren. Het accepteren van transgenders kan hen helpen om henzelf te accepteren. Het niet accepteren van transgenders kan op die zelfde manier leiden tot zelfhaat. Hierbij moet wel gezegd worden dat elke transgender uniek is, een persoon los van zijn of haar genderidentiteit, die op totaal andere vlakken moeilijkheden heeft en medisch en sociaal voor andere opties kiest.
Sociale transitie
De sociale transitie gaat over hoe iemand zich gedraagt te midden van andere mensen en hoe hij of zij zich uit. Kleding, haar, naam en het gebruikte voornaamwoord spelen hierin de grootste rol. Deze veranderingen kunnen al een wereld van verschil maken voor een transgender. Hij of zij voelt zich daarmee door de omgeving gezien, zoals hij of zij gezien wil worden. Anders dan bij seksualiteit kunnen kinderen al vanaf 4 á 5 jaar ontdekken dat ze transgender zijn. Genderidentiteit staat los van seksualiteit. Het gaat namelijk niet over wie je liefhebt, het gaat om wie je zelf bent.
Medische transitie
Medische transitie is voor iedere transgender anders. Je hoeft niet alle operaties te hebben gedaan om transgender te zijn. Je hoeft ook niet aan de hormonen te zijn. Je moet doen waar jij je fijn en comfortabel bij voelt.
De meeste transgenders komen er aan het begin van de puberteit achter dat ze transgender zijn, want dan begint het lichaam zich te vormen en voelen ze pas echt dat het niet klopt. Dit is natuurlijk niet zo voor elke transgender, sommige komen er al eerder achter, sommige pas (veel) later.
Pubertijdremmers
Voor diegenen die er vroeg bij zijn, zijn er pubertijdremmers. Als de eerste tekenen van de pubertijd komen, kunnen er pubertijdremmers gegeven worden. Deze worden gegeven tot het kind aan de maximale dosis hormonen van de ervaren gendervis en dan wordt het afgebouwd. De pubertijdremmers leggen de puberteit stil en slaan, zo als het VUmc mooi zegt, de hypofyse knock-out. Dit betekent dat als iemand toch besluit te stoppen met pubertijdremmers de pubertijd alsnog op gang komt.
Hormonen
In Nederland geld dat als je een diagnose hebt van genderdysforie en je minimaal 15 jaar oud bent je mag beginnen aan hormonen. Deze hormonen zorgen voor de puberteit, die ze eigenlijk hadden moeten krijgen om overeen te komen met het gender dat ze hebben. In mijn geval (Female To Male) krijg ik testosteron. Voor Male to Female wordt gebruik gemaakt van het vrouwelijk hormoon oestradiol en het anti-mannelijk hormoon cyproteronacetaat.
Operatie(s)
Vanaf 18 jaar zijn er operaties mogelijk. Dit is zeker geen verplichting. Je hoeft niet in alle aspecten over van man naar vrouw of van vrouw naar man om je tevreden te voelen met je lichaam.
Kerk
Voor mij is de kerk thuiskomen. Ook al ben ik transgender, ik ben welkom in mijn gemeente. En dat is heel belangrijk: in de kerk je welkom voelen. Ik denk dat iedereen dat wel heeft, transgender of niet. Probeer daarom als christen en kerklid te kijken naar de mens, probeer verder te kijken dan de persoon als transgender, want daar doe je hem of haar geen recht mee en ook je gemeente niet. Ik geloof dat God van mij houd zoals ik ben en zoals ik bedoeld ben. Ik weet dat ik op het goede pad zit. Zo zullen ook andere transgenders zich voelen. Als zij er over twijfelden of dit wel de juiste weg is voor hen, dan hadden zij die weg niet genomen. Het is zeker geen gemakkelijke weg. Die zou je niet aangaan, als je het gevoel hebt dat je een andere keuze hebt.
Do’s
- Luister en probeer, hoe moeilijk dat ook mag zijn, niet gelijk je mening klaar te hebben.
- Kijk verder dan alleen de transgender, behandel ze zoals je ieder ander mens zou behandelen.
- Onderwijs jezelf, zoek informatie op en probeer je er zo in te verdiepen dat je weet wat je wel en niet kan vragen.
- Weet voor jezelf wat het verschil is tussen je genderidentiteit en je seksualiteit, begrijp dat er voor transgenders ook verschil in zit.
- Als je de neiging hebt om te staren: denk aan de laatste keer dat jij een iets te strak jurkje aanhad of een blouse zonder knopen. Dan weet je hoe lang je mag kijken.
- Als je Deuteronomium 23:2 leest en dit als argument gebruikt tegen transgenders, neem dan heel Deuteronomium serieus.
- Genesis 1: “God schiep de mens als zijn evenbeeld, als zijn evenbeeld schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk.” Mannelijk en vrouwelijk; bedenk dat we allemaal een mannelijke en een vrouwelijke kant hebben en dat beide kanten God even lief zijn. God is geen mens zijn evenbeeld is dus niet lichamelijk bedoeld maar geestelijk. (Bijbelvertaling EO)
- Stel je kerk open, ook al presenteert iemand zich met een ander gender dan je zou verwachten.
Don’ts
- Vraag niet naar hun oude naam, hier heb je niets aan en het kan voor de transgender vervelend zijn, omdat het iets is waar ze waarschijnlijk niet aan herinnerd willen worden. En zeker niet naar hun échte naam! De naam die ze nu hebben is hun echte naam.
- Vraag niet of je mag voelen, je voelt ook niet aan kroeshaar, rood haar, sproeten of wratten.
- Vraag niet wat er in hun broek zit, als je mager bent is het ook onbeleefd wanneer iemand vraagt wanneer je een borstvergroting krijgt.
- Noem ze vooral niet dapper, dit is voor hen de makkelijkste weg die recht doet aan henzelf.
- Vraag niet naar de operaties die al geweest zijn of gaan komen.
- Als je toch besluit te praten over operaties praat dan over operaties en niet over ‘ombouwen’. Een auto of huis ‘bouw je om’, niet een mens.
Noud Fortuin is Jeugdwerker en interviewer bij Wijdekerk.