Walther Dijkshoorn.
Rond mijn twintigste ben ik tot geloof gekomen in wat ik nu zou noemen een orthodox-evangelische gemeente. Heel warme, lieve mensen met een heel duidelijk idee van hoe de Bijbel gelezen moet worden. Letterlijk, namelijk. Staat er in Leviticus dat het een gruwel in Gods ogen is als een man gemeenschap heeft met een man, dan is de Bijbel dus duidelijk over homoseksualiteit: het is een gruwel. Ik ben het thema jarenlang uit de weg gegaan – want: hetero en inmiddels acht jaar gelukkig getrouwd enzo – en vond dat de homo-broertjes en -zusjes het zelf maar moesten uitzoeken.
Lastige spagaat
Toen benaderde een jonge knul mij met de vraag wat hij aan moest met zijn gevoelens. Wat vindt God van homo’s? Hij worstelde met die vraag. Hij was homo én hij wilde doen (of laten) wat God van hem verlangde. Ik beloofde hem dat ik me erin zou verdiepen. En ik vond mezelf een slappe zak. Helemaal toen ik het boek Torn (Verscheurd) van Justin Lee las. Lee beschrijft op een aangrijpende wijze hoe hij zijn best heeft gedaan hetero te worden en vervolgens, omdat dat niet lukte, om door de kerk geaccepteerd te worden als homo. En hoe hij mot kreeg met de homobeweging, die niks moest hebben van christenen. Ik realiseerde me eerst tijdens het lezen van Lee’s verhaal dat homoseksuele christenen in een heel lastige spagaat kunnen zitten. En ik vond dat ik niet langer géén mening kon hebben. In mijn inhoudelijke zoektocht heb ik vooral veel gehad aan Van sjibbolet naar sjalom van Jan Mudde en aan The Bible tells me so (nu in vertaling verkrijgbaar, als Omdat de Bijbel het zegt) van Peter Enns, al gaat dat laatste boek helemaal niet over homoseksualiteit.
Inmiddels heb ik een mening. En ik vind dat iedere christen een mening zou moeten hebben. En met een mening bedoel ik niet: herkauwen wat van de kansel is verkondigd, maar: een éigen mening. Met éigen, goed doordachte argumenten en, als het even kan, met oog voor feiten. (Christenen die homo’s beloven dat ze ‘genezen’ kunnen worden, zouden eens moeten opzoeken hoe groot de kans is dat therapie of bevrijdingspastoraat voor homo’s ‘succesvol’ is.)
Cartoons
Met mijn cartoons probeer ik mensen aan het denken te zetten. Dat werkt niet altijd. De Engelstalige variant van de cartoon met het blanco papiertje is op de Facebookpagina van HelloChristian héél slecht ontvangen (en dan bedoel ik: écht heel slecht). Er zitten twee lagen in die cartoon. De eerste is dat Jezus een heleboel heeft gezegd over lief zijn voor elkaar en dat ik dat, juist in de discussie (of: in het geschreeuw) over homoseksualiteit, vaak mis. Zoveel harteloos gesmijt met Bijbelteksten van hetero's die, zo bezien, maar gezegend zijn met hun seksuele voorkeur. De tweede laag is dat de homoseksuele geaardheid niet bekend was in Jezus' tijd (en daarvoor) en dat alle – maar liefst zeven – Bijbelteksten die (mogelijk) over homoseksualiteit handelen alleen zien op praxis, en dan vooral meer specifiek in de context van afgodenverering en verkrachting om mensen te vernederen. De homoseksuele geaardheid komt in de Bijbel niet aan bod, omdat, daarvan ben ik overtuigd, mensen van het bestaan niet wisten.
Met de cartoon van de man die Jezus omhelst, probeer ik te laten zien waar het in elk geval om draait – hoe je ook meent dat homo’s hun leven zouden moeten inrichten –, namelijk: liefde.