
Het oordeel van het Hooggerechtshof zal door evangelische christenen worden gevierd als een overwinning van de ‘religieuze vrijheid’. Dat is het niet. Voor sommigen is deze ‘vrijheid’ een vrijbrief om in Jezus’ naam intolerant te zijn. Sommige mensen zeggen Jezus te volgen, terwijl ze Hem niet proberen na te volgen in wat Hij deed.
Er is een veelzeggend verhaal dat door alle vier de evangelisten is opgetekend. Het gaat als volgt:
Jezus geeft onderricht op een afgelegen plek en er is een grote groep mensen. Zoals veel sprekers houdt Hij een lang relaas en zijn leerlingen herkennen de logistieke uitdaging die begint te ontstaan.
Ze zeggen: “Jezus, het is laat, het is zondag en de Albert Heijn is dicht, en de mensen krijgen honger.” Jezus, met ontferming bewogen, zegt tegen zijn leerlingen: “Oké, geven jullie ze maar te eten.”
Ze beginnen te stotteren en halen hun schouders op. Jezus vraagt ze te verzamelen wat ze kunnen vinden, wat een paar broden en vissen blijken te zijn. Hij dankt God voor het eten, zegent het, en duizenden mensen eten ervan.
In dit verhaal zien we het hart van God door een radicale daad van vrijgevigheid, en we zien de realiteit die sommige christenen liever negeren:
Jezus voedt de hongerige mensen. Hij ziet wat ze nodig hebben en Hij geeft het ze.
Hoe bijzonder het ook is wat Jezus hier doet, het is minstens zo bijzonder wat Hij niet doet.
Er zijn geen morele screenings, geen schijnheilige religieuze posities, geen theologische testen, geen vragen over vroegere relaties of seksuele activiteiten om te bepalen wie waardig zijn om gevoed te worden.
Hun honger en Jezus’ medelijden voor hen maakt hen waardig. Niets anders.
Dat is waarom de christenen van de Masterpiece Bakery, en alle christenen die het oordeel van het Hooggerechtshof vieren as een overwinning, het fout hebben. Hun daden zijn in conflict met die van Jezus. Ze beroepen zich op een Messias die hun daden niet zou accepteren. De Bijbel waar ze naar wijzen, wijst hun houding juist af.
Jezus’ leven en zijn bediening maakten de hypocriete religieuze mensen woedend. Zij reageerden zogenaamd ontzet toen Hij met prostituees, tollenaars en straatmensen at. De zogenaamde ‘heiligen’ wezen Hem af omdat Hij iedereen aan tafel uitnodigde. Vrouwen, Romeinse soldaten en niet-Joden waren allemaal welkom. Het waren juist zijn gastvrijheid en zijn weigering om mensen liefde, nabijheid, waardigheid en respect te ontzeggen die zorgden dat mensen Hem haatten.
Jezus waste de voeten van zijn verrader. Hij genas op de Sabbat. Hij raakte een melaatse aan. Hij at met verschoppelingen. Hij sprak in het openbaar met vrouwen over het geloof. Hij maakte een gehate Samaritaan de held van zijn verhaal. Hij omarmde de buitenbeentjes. Hij voedde een diverse menigte die zich voor Hem uitstrekte.
Hij zou taarten bakken, vluchtelingen verwelkomen en voor mensen zorgen. Als Jezus in de Masterpiece Cakeshop had gewerkt toen een homostel binnenkwam, zou hij vriendelijk zijn geweest achter de toonbank, vol vrijgevigheid, en met vreugde zou Hij de lekkerste taart hebben gebakken die er was. Hij zou namelijk weten dat het geloof ons leidt naar liefde en meelevendheid, en niet naar haat en exclusiviteit.
Gebaseerd op de Evangeliën zou Hij LHBTQ-koppels graag taart laten eten, hoe hard sommige christenen ook het tegendeel beweren. Hij zou geen taart voor ze bakken ondanks wie ze zijn, of om wie ze zijn. Hij zou het doen omdat ze een taart nodig hadden, en omdat die taart (net zoals alle anderen daden van Jezus) ze zou vertellen hoe mooi en geliefd ze waren.
Gefeliciteerd, deze zaak hebben jullie gewonnen. Jullie hoeven geen taart te bakken.
De rest van ons, die het moedige hart van Jezus zien, en geloven dat Hij meende wat Hij zei en hoe Hij leefde, zullen mensen blijven voeden met taarten en compassie. Jullie zijn altijd welkom om hetzelfde te gaan doen.
John Pavlovitz is pastoor in de North Raleigh Community Church in North Carolina. Hij schrijft op zijn blog over dingen die hij belangrijk vindt. Hij zet zich in voor gelijke rechten en diversiteit.
Op 4 juni oordeelde het Hooggerechtshof in de Verenigde Staten dat een christelijke bakker mocht weigeren een bruidstaart te bakken voor een homostel.
Hester van Beers vertaalde en bewerkte de oorspronkelijk Engelse blog van John Pavlovitz voor Wijdekerk.